dinsdag 26 februari 2013

De wereld achter aan- en afwezigheidsregistratie

Deze week kwam ik het een paar keer tegen, het belang van ICT bekwaamheid in het secundaire proces. Veel instellingen hebben prachtige systemen ingericht; onder ander een ELO, leerlingvolgsysteem, managementdashboard, portal, teamsites en een systeem voor aan- en afwezigheidsregistratie.

Maar de vraag is natuurlijk of deze systemen goed worden ingezet. Of ze gebruikt worden waar ze voor bedoeld zijn. Helaas levert dit in veel gevallen geen positief antwoord op. Een belangrijke reden daarvan wordt gezocht in de ICT bekwaamheid van docenten.  Met andere woorden, ze zijn niet in staat om met de verschillende systemen te werken en vermijden ze daarom.

Maar dat is niet de enige reden, zo bleek ook vandaag weer. Samen met een team Verzorging en Verplegingvan een ROC gingen mijn collega en ik aan de slag met het proces van aan- en afwezigheidsregistratie.

Tijdens de bijeenkomst vertelt de manager Bedrijfs- en cursistenadministratie over de externe relevantie. Het wettelijke kader. Geen bekostiging voor een student die teveel ongeoorloofd verzuimt (dit gaat om duizenden euro's per student), de verplichting van de 16 uurs melding (16 uur verzuim in 4 weken) en het langdurig verzuim (langer dan 4 weken aaneengesloten) dat eveneens gemeld moet worden aan DUO. En natuurlijk de 850 urennorm waar de instelling aan moet voldoen.

Daarnaast is er de interne relevantie, toegelicht door een docent. Studenten die ongeoorloofd verzuimen missen belangrijke lessen waarin theorie en praktijk worden aangeleerd. Ze missen informatie, worden als minder betrouwbaar gezien door medestudenten, geven een slecht voorbeeld en verstoren hun eigen leerproces en ook dat van anderen. Dit zijn slechts een paar nadelige gevolgen van verzuim, er werden er nog meer genoemd.
Vaak is er een reden voor dit verzuim. Het is belangrijk om deze reden zo snel mogelijk te achterhalen en te kijken welke ondersteuning geboden kan worden.

Reden genoeg om de aan- en afwezigheidsregistratie heel serieus te nemen zou je zeggen. Toch is dat binnen het teamVerzorging en Verpleging, in ieder geval tot vandaag, niet het geval. Veel docenten zien het als een vervelend klusje dat veel tijd kost. Ook zijn er praktische problemen; studenten vergeten bijvoorbeeld regelmatig hun pas waarmee ze zich moeten aanmelden.

Resultaat van de bijeenkomst van vandaag, die onderdeel uitmaakt van een project omtrent stuurinformatie, is dat docenten zich bewust zijn van het belang van een goede registratie. Of zoals een docent het mooi verwoordde; "Nu ik weet dat er zo'n wereld schuil gaat achter de aan- en afwezigheidsregistratie, ga ik er veel beter m'n best voor doen!"

Deze intrinsieke motivatie is naar mijn idee een voorwaarde om aan de slag te gaan. Dan zal de instructie die gegeven wordt ook landen. Dan gaan docenten van elkaar leren en elkaar er op aanspreken als het niet goed gaat. En dan verschuilt niemand zich meer achter het excuus dat hij niet met de systemen kan werken.

zondag 24 februari 2013

Dromen over onderwijs met ict

Wat is het soms heerlijk om weg te dromen. Wat als... je de loterij wint, je opeens 5 weken vakantie hebt of je een wens mag doen die direct uitkomt. Misschien kost het een paar minuten bedenktijd, maar iedereen weet wel wat hij zou doen.
Moeilijker blijkt de vraag 'Als jij je droom kon waarmaken, hoe zou ICT in het onderwijs er dan uitzien?'

In de LinkedIn groep (Ict bekwaamheid leraren) waar deze vraag gesteld werd zie ik slechts drie reacties. Voorzichtige reacties naar mijn idee, 'alle leerlingen een device, meer ICT gebruiken in de les en alle docenten ICT-vaardig'.
Mijn collega Eric Bulters droomt in zijn blog (http://mbo.kennisnet.nl/2013/02/dromen-worden-waar-met-ict/) iets verder. Als ouder kan hij online volgen wat zijn kinderen aan vorderingen maken en hoe hij ze thuis kan ondersteunen. Ook maakt het onderwijs optimaal gebruik van ICT om te differentiëren in tempo, leerstijl en niveau.

In mijn droom is het onderwijs compleet veranderd. De school is niet meer een gebouw met klaslokalen. Leren gebeurt overal, ook bijvoorbeeld thuis, bij een vereniging of een bedrijf. ICT maakt het mogelijk dat leercoaches intensief contact hebben met studenten en dat alle betrokkenen bij het leerproces hun feedback kunnen geven. Een persoonlijk digitaal leerplan zorgt ervoor dat de student precies weet wat hij al geleerd heeft en nog moet leren. De manier waarop bepaalt hij voor een groot deel zelf. Uiteraard is er ook veel aandacht voor de sociale kant van het onderwijs. Er is een basisgroep waar de student bijhoort. De groep komt vaak bij elkaar en deelt daarnaast ervaringen en informatie met elkaar via sociale media. Tijdens de instructies die de leercoaches verzorgen wordt ICT optimaal ingezet om de lesstof te verrijken en de buitenwereld naar binnen te halen.

Voor een deel zie ik mijn droom terug in het Big Picture Learning concept. Eind april ga ik een aantal scholen in de VS bezoeken die dit concept hebben omarmd en uitvoeren (http://www.kpcgroep.nl/kpc-groep/diensten-abc/big-picture/bpl-studiereizen.aspx). Erg benieuwd ben ik naar de wijze waarop zij ICT inzetten én over welke vaardigheden de docenten die op de scholen werkzaam zijn moeten beschikken.
Het antwoord hoop ik over een paar weken te weten te komen. En uiteraard zal ik mijn bevindingen delen via dit blog.

Wordt vervolgd!




dinsdag 19 februari 2013

Concreet aan de slag met het 'Kader ICT-bekwaamheid'

Professionalisering staat hoog op de agenda van de mbo-instellingen. Om verschillende redenen is het tijd om nu echt te gaan profiteren van de mogelijkheden die ict kan bieden. In het primaire proces en ook in het secundaire proces.

Inmiddels zijn alle docenten wel in staat om digitaal de aan- en afwezigheid te registeren, eenvoudig gebruik maken van de ELO gaat ook in de meeste gevallen wel en er worden massaal filmpjes van YouTube getoond in de les. Maar echt rendement halen uit de ict-investeringen en daarmee het onderwijs efficiënter en aantrekkelijk maken gaat verder dan dat.

Weten wat wel en wat niet werkt, daar gaat het om. Welke middelen zet je als docent in voor welke lesvoorbereidingen, lesinhoud en werkvormen. En dan natuurlijk ook nog weten op welke manier je ze optimaal gebruikt.

Het 'Kader ICT-bekwaamheid voor leraren' dat Kennisnet in samenwerking met partners heeft ontwikkeld biedt richtlijnen; http://www.kennisnet.nl/themas/ict-bekwaamheid/het-kader/het-kader-uitgelegd/. Maar de vraag is of het concreet genoeg is voor mbo-instellingen om er mee aan de slag te gaan.
Om deze vraag te beantwoorden start ik twee pilots. Bij twee mbo-instellingen ga ik samen met onder andere de manager HRM, Onderwijsmanager, Informatiemanager en de MBO-academie kijken op welke manier we het kader kunnen vertalen en ICT-bekwaamheid een plek kunnen geven in de organisatie.

Bij één ROC meldde één van de projectleden trots dat er commitment is bereikt over het feit dat alle docenten minimaal 60 uur moeten besteden aan scholing. Een deel daarvan kan ingevuld worden met scholing op het gebied van ICT-bekwaamheid. Een ander projectlid begreep het enthousiasme en de opgewektheid niet. Dit is een teruggang want in de CAO staat dat 10% van de werktijd van een docent aan scholing besteed mag worden. En dat is dus (bij een fulltime dienstverband) meer dan 60 uur.
Toch is het naar mijn idee goed dat er binnen de instelling gesproken is over het aantal uren en dat leidinggevenden in ieder geval afgerekend gaan worden op de verplichte 60 uur scholing. Het is een begin. Op naar de 10% met daarbij de juiste invulling voor wat betreft de ICT-competenties.

donderdag 14 februari 2013

Uitdaging 8: Geen urgentiebesef

Informatie zoeken op internet, online solliciteren, e-mailen, chatten en twitteren. Ict is op steeds meer manieren geïntegreerd in onze samenleving.

Uit onderzoek blijkt dat de juiste inzet van ict in het onderwijs ervoor zorgt dat:

In het primaire proces:
  • de motivatie toeneemt.
  • de leerprestaties verbeteren.
  • het leerproces efficiënter wordt.
In het secundaire proces;
  • tijdsbesparing: door bepaalde taken te automatiseren en gegevens opnieuw te gebruiken.
  • verbeterde transparantie: meer inzicht in de prestaties van leerlingen, leraren en de instelling zelf.
  • betere sturing: door de verbeterde transparantie meer mogelijkheden om middelen effectief in te zetten.
  • hogere professionaliteit: ict als medium en als hulpmiddel voor professionale ontwikkeling van het personeel.
In de inleiding van de publicatie over het 'kader ict-bekwaamheid voor leraren' zijn bovenstaande alinea's te lezen. Ict maakt een wezenlijk onderdeel uit van onze samenleving. We gebruiken het elke dag en hebben er veel gemak van. In het MBO leiden we jongeren op die straks gaan werken in deze samenleving. Hier moeten we ze op voorbereiden.
En daarnaast kan ict helpen om het onderwijs te verbeteren. Dat is bewezen en er zijn docenten die hier al een tijd van profiteren.

Je werkzaamheden op een andere manier gaan doen dan je gewend bent kost tijd. Je moet je kwetsbaar opstellen, nieuwe dingen leren, fouten maken, hulp vragen, ... Een hele investering dus. Maar als je als docent weet dat je er uiteindelijk veel gemak van hebt en dat je beter onderwijs kunt verzorgen dat beter aansluit op de doelgroep en de beroepspraktijk waar zij terecht komen, dan wil je deze investering toch aangaan?

Groep 8 van de Kennisnetambassadeurs die discusieerden rondom deze uitdaging schreven drie tips op en een conclusie:


woensdag 13 februari 2013

Uitdaging 7: Draagvlak vanuit MT

Vandaag sprak ik een bestuurder van een AOC over professionalisering op ICT-competentie. Hij had een duidelijke visie, ICT moet differentiëren in het onderwijs mogelijk maken. En daarbij gaf hij aan dat er jaarlijks zo'n 4% van de omzet wordt geïnvesteerd in ICT middelen. Deze investeringen moeten wel rendement opleveren.

Deze bestuurder is ervan overtuigd dat het inventariseren welke compententies docenten missen en hierop acteren van groot belang is. Vandaar dat hij zich er hard voor maakt dat er afspraken komen om ICT-vaardigheden op te nemen in de HR-cyclus. En daarbij gaf hij aan dat hij het erg belangrijk vindt dat docenten en managers zien dat ICT kan bijdragen aan het realiseren van de visie en missie van de onderwijsinstelling. Goed onderwijs voor alle studenten, hoe divers ze ook zijn.
Differentiëren staat dus hoog in het vaandel en ICT maakt dat mede mogelijk.

Groep 7 van de Kennisnetambassadeurs die deze uitdaging aangingen schreven drie dingen op de flap:

- Efficiëntie aantonen
- Rendement halen uit investeringen door het opleiden te organiseren
- Samenwerken verhoogt kwaliteit (lesstof) en levert tijdwinst op

Uitdaging 6: Autonomie van docenten

Wil je een beroep waarin je zelf aan het stuur staat, zelf bepaalt op welke manier je het doet en je creativiteit volop kunt benutten? Word dan docent!

In opdracht van de MBO-raad is een paar jaar geleden een onderzoek uitgevoerd naar professionaliteit in het MBO. Onderstaand figuur is één van de conclusies die daaruit naar voren kwam. De professional staat in het midden met daarom heen de partijen die mogelijk invloed hebben (cliënten macht, werkgever / manager, branche conventies, handelingsregels, permanente educatie).
Hieruit blijkt duidelijk de autonomie van de docent, zijn gele bol wordt nauwelijks geraakt.



Veel ruimte dus voor de docent. Maar is dit wat een goede docent ook echt wil. Of zoekt hij zelf de omgeving op en vraagt waar hij aan moet voldoen? En ontwikkelt hij zichzelf omdat hij anders geen goed onderwijs kan blijven verzorgen dat aansluit bij de doelgroep. En hoe zit het met de samenwerking tussen docenten? Laten we daarmee beginnen. Docenten stimuleren om veel meer met elkaar te delen, aan elkaar te vragen, bij elkaar in de klas te kijken en bijvoorbeeld samen lesmateriaal te ontwikkelen. Iets minder autonomie verrijkt het docentschap.

De kreten die groep 6 van de Kennisnetambassadeurs over deze uitdaging op de flap schreef:

maandag 11 februari 2013

Uitdaging 5: Middelen en voorzieningen

Bij veel mbo-instellingen hebben ze het inmiddels goed op orde; een draadloos netwerk, enkele digiborden, laptops voor docenten en studenten nemen zelf een laptop mee. Waarom worden de middelen en voorzieningen dan toch nog genoemd als een brug die geslagen moet worden voordat professionalisering echt van de grond komt?

Het draadloos netwerk blijkt niet altijd en overal in het gebouw te werken. De software die bij het digibord hoort kan niet geïnstalleerd worden op de docenten-laptops. Het zijn maar twee van de vele voorbeelden die docenten aandragen. "Het werkt niet, dus ik doe het op de oude manier" wordt er dan al snel geroepen. Terecht of niet, het is een aandachtspunt.

Door de instelling beheerde laptops voor docenten klinkt goed. Docenten kunnen zelf niets installeren of wijzigen op hun laptop, maar daarvoor in de plaats kunnen zij altijd aankloppen bij de servicedesk. In de praktijk blijkt het innovatie tegen te houden. Docenten voelen zich geen eigenaar van hun laptop en kunnen kleine problemen zelf niet oplossen omdat ze niet de juiste rechten hebben. Docenten die thuis een eigen laptop hebben nemen deze soms mee, want met het dichtgetimmerde apparaat van school kunnen ze niets.

Een tussenoplossing wordt gevonden door docenten te voorzien van een laptop waarop zij alle rechten hebben, maar waarmee ze toch bij een servicedesk terecht kunnen. Ze moeten dan wel weten dat wanneer het probleem niet eenvoudig op te lossen is, zij een nieuwe image krijgen en bijvoorbeeld zelf geïnstalleerde programma's opnieuw moeten installeren.

In groep 5 van de Kennisnetambassadeurs werd druk geschreven en getekend over de mogelijkheden om deze uitdaging aan te gaan:

Uitdaging 4: Drive / attitude van docenten

Toen ik enkele maanden geleden een docent Duits mailde met de vraag of mij iets kon vertellen over de wijze waarop hij ict gebruikt, kreeg ik een enthousiaste mail terug. Wat mij het meest opviel en altijd bij zal blijven is de zin "Ik heb het woest naar m'n zin voor de klas".

Het is dan ook deze docent die regelmatig benaderd wordt om een inspirerend verhaal te vertellen aan collega-docenten. Hij vertelt dan bijvoorbeeld op welke manier hij Facebook inzet en met zijn studenten twittert. In eerste instantie vond hij het allemaal best spannend. Het is geen jonge docent, dus zeker geen 'digital native'. Hij heeft z'n best moeten doen om de nieuwe technologiën en de media zich eigen te maken en toepassingen te vinden die in zijn onderwijs meerwaarde bieden.

Interessant is het om te weten waar deze drive en attitude vandaan komen. Wanneer je het hem vraagt zal hij waarschijnlijk zeggen dat hij z'n best doet om zo goed mogelijk onderwijs te geven. Hij probeert aan te sluiten bij de studenten. Hij wil zichzelf ontwikkelen.

Voor deze uitdaging bedacht groep 4 van de Kennisnetambassadeurs de volgende drie manieren om elke docent uit te dagen:

1. Buddy koppelen
één op één (veilig)
collega of student

2. Belonen
niet persé in geld
grass roots

3. Studiebijeenkomsten

zondag 10 februari 2013

Uitdaging 3: Vrijblijvendheid

 Als iets mag, maar niet moet, wanneer gebeurt het dan toch?
Wanneer het daadwerkelijk iets oplevert voor jezelf; in tijd, geld, gemak, geluk, noem maar op.
Als iets moet, dus verplicht is gesteld, waarom gebeurt het dan vaak niet of niet efficiënt?
Wanneer iets opgedragen wordt zien we niet altijd het nut ervan in. We doen het omdat het moet.

En nu de vraag of docenten zich moeten ontwikkelen op het gebied van ict-bekaamheid. Willen we van de vrijblijvendheid af en gaan we het op een of andere manier verplicht stellen. Of kunnen we ervoor zorgen dat docenten zien dat het hen écht iets op gaat leveren. Dan lopen ze er warm voor en begint het proces vanzelf.

Groep 3 van de Kennisnetambassadeurs die deze uitdaging voor haar rekening nam, schreef het volgende op de flap:
 
 

In dit geval is het een mix. Docenten raken geïnspireerd, willen de uitdaging aangaan. Ze zien dat ze door het gebruik van ICT efficiënter onderwijs kunnen verzorgen en beter aansluiten bij de belevingswereld van de studenten. Daarbij weten ze welke keuzes de instelling heeft gemaakt en kennen ze de onderwijsvisie. Leidinggevenden sturen en beoordelen hierop waardoor de vrijblijvenheid vervalt.

Uitdaging 2: Geen verankering in het HRM beleid

Van de week had ik het met een manager van onze organisatie over POP-doelstellingen. Stel dat je wilt afspreken dat alle medewerkers zich op een bepaald punt gaan ontwikkelen. Wie zorgt er dan voor dat het in de POP-gesprekken aan de orde komt? Is het de directeur, zijn het de managers of de medewerkers zelf?

Het is een samenspel. Dus in het geval van ict-bekaamheid van docenten kunnen docenten zelf aangeven dat ze zich op dit punt willen ontwikkelen. Managers en teamleiders geven het belang aan van dit punt en sturen hier op. En het CvB stelt de kaders vast.

Wanneer je je wilt ontwikkelen ga je voor een opwaartse lijn. Een nul-meting kan daarbij heel motiverend werken. Na een jaar meet je weer en zie je, als het goed is, dat je gegroeid bent. Dat gaat niet zomaar. Goede begeleiding en scholing is een vereiste. En regelmatig feedback krijgen van anderen en zelf reflecteren op je voortgang brengen je verder in je proces.

Binnen een onderwijsinstelling is dit corebusiness; studenten ondersteunen in hun leerproces, stimuleren, motiveren, toetsen en belonen. Nu alleen nog de vertaalslag maken naar het professionaliseren van docenten op hun ict-competenties.

Of zoals groep 2 van de Kennisnetambassadeurs, die zich over deze uitdaging heeft gebogen, in een schema op de flap schreef:



vrijdag 8 februari 2013

Uitdaging 1: Geen duidelijke onderwijskundige visie

Laatst vertelde een onderwijsmanager vol trots dat er in het hele gebouw digiborden aan de muur waren gehangen. In bijna elk lokaal. En alle docenten hebben een laptop of iPad gekregen en de studenten nemen zelf een device mee. "Bij ons zit het dus wel snor met het gebruik van ICT!", verzekerde hij mij.
Benieuwd was ik naar welke onderwijsvisie hieraan ten grondslag lag. En op welke manier deze onderwijsvisie is vertaald naar een visie op ICT in het onderwijs.
Toen werd het stil.

Het vier in balans-model van Kennisnet geeft aan dat er vier belangrijke peilers zijn die aandacht nodig hebben; Visie, Deskundigheid, Inhoud en toepassingen en Infrastructuur. Er wordt vaak bij de laatste begonnen, de harde kant. En soms kunnen nieuwe technologieën een boost geven aan innovatie. Een enthousiaste groep docenten krijgt een iPad en gaan zelf op zoek naar hoe dit apparaat hen kan helpen in het verbeteren van het onderwijs. Maar lang niet altijd gaat dit vanzelf. En wat als de groep docenten ontdekt dat de iPad weinig meerwaarde heeft en ze toch liever een laptop willen...

Begin dus in de instelling met het ontwikkelen van een duidelijke visie. Hoe willen we dat het onderwijs er over een aantal jaar uitziet? En welke rol speelt ICT hierbij?
En wat betekent dat vervolgens voor de deskundigheid van docenten?
De 'visieversneller' kan hierbij een handige tool zijn: http://onderwijstools.kennisnet.nl/visieversneller

De Kennisnetambassadeurs van groep 1 die zich bogen over deze uitdaging schreven kort en bondig op de flap:
'Heldere doelen, alle activiteiten dragen bij aan kader voor keuzes'.

Vier in Balans model

woensdag 6 februari 2013

Welke bruggen geslagen moeten worden voordat professionalisering echt van de grond komt


Waarom staat het thema 'Professionaliseren op het gebied van ict' op de agenda? Waarom komen Kennisnetambassadeurs van mbo-instellingen bij elkaar om een hele bijeenkomst te wijden aan dit thema?
Met andere woorden, waarom gaat het professionaliseren niet vanzelf?

Gisteren hebben ruim 45 deelnemers van de ambassadeursbijeenkomst, die dit keer bij ROC Leiden werd gehouden, zich gebogen over dit vraagstuk. En één van hen merkte op dat dit thema zeker niet nieuw is; "Tien jaar geleden hadden we dezelfde 'hoe-vragen' bij dit thema."

Tijd om te inventariseren welke bruggen er geslagen moeten worden. En dan wel bruggen met een duidelijke richting en eindpunt, toegankelijk voor iedereen en met een goed fundament.
Na een inventarisatie en discussie komen er 8 belangrijke uitdagingen naar boven:
 
1. Geen duidelijke onderwijskundige visie
2. Geen verankering in het HRM-beleid
3. Vrijblijvendheid
4. Drive / attitude van docenten
5. Middelen en voorzieningen
6. Autonomie van docenten
7. Draagvlak vanuit MT
8. Geen urgentiebesef

Acht groepen bogen zich over één van de uitdagingen en kwamen met, veelal heldere, originele, logische en praktische, oplossingen. Deze worden op dit moment verder uitgewerkt. En daarna uiteraard gedeeld!

Op welke manier zou jij de bruggen willen slaan? Of heb je dat al gedaan binnen je instelling?
Laat het weten, dan nemen we je ideeën mee.

zondag 3 februari 2013

Een iPad voor downkindje op school

Alle bezoekers van de NOT hebben de stand van Kennisnet op z’n minst opgemerkt. De ICT-parade met echt reuzenrad, twee theaters en een goochelaar trok aandacht. En ook de 'wensenmuur' was populair. Je (ict)wens op een post-it schrijven, op een pilaar plakken en dan maar hopen dat ie uitkomt…

De ict-wensen van de bezoekers zijn verzameld en gedeeld via Twitter. Wie een wens in vervulling kan laten gaan mag zich melden: http://www.kennisnet.nl/vervul-jij-deze-ict-wensen-van-scholen/

Bij het lezen van het lijstje ontroerde mij de wens: ‘Een iPad voor downkindje op school’. Wat lief dat deze docent aan het speciale kind dacht. Maar wat is de wens achter deze wens? Op welke manier gaat de docent de iPad inzetten voor dit kind? En wat wordt daarmee bereikt? En waarom wenst ze alleen een iPad voor dit kind en niet voor alle kinderen uit de klas?

Ik hoop twee dingen;
1. Dat deze wens heel snel uitkomt.
2. Dat de docent heeft nagedacht over de meerwaarde die de iPad biedt.


Goede ict-middelen is één, ze goed weten in te zetten is een tweede. Of zoals de Steve Jobs School in Breda twittert:
 

Gecontroleerd uitstelgedrag werkt

Een enthousiaste docent vertelt in zijn blog over een training die hij gevolgd heeft. De laatste opdracht wil hij graag met ons delen:

“Deze opdracht is een goede om regelmatig te doen bij een onderwerp waar je iets mee wilt of iets nieuws is: 5-5-5-in 5.

Wat ga je doen?
- de komende 5 dagen
- de komende 5 weken
- de komend 5 maanden
Schrijf dit op in 5 minuten.

Dit heb ik gedaan. En ik ga het doen”

Je kunt niet alles tegelijk doen. Je kunt niet van jezelf verwachten dat je je gedrag of je functioneren per direct gaat veranderen. Een stappenplan opstellen om op termijn je doelen te bereiken klinkt dus heel logisch en is niets nieuws. Maar het mooie aan deze werkvorm is dat het in een snelkookpan gebeurt. Snel denken en snel schakelen. Wat wil ik en wat is haalbaar. En een eerste idee is vaak het beste.

Dus wil je iets gaan doen met ict in je onderwijs? Pak pen en papier en zorg dat je even 5 minuten tijd hebt. En de basis is gelegd.